De eerste keer aanleggen

Als je borstvoeding wilt geven, is het goed om je baby zo snel mogelijk na zijn geboorte voor de eerste keer aan te leggen. Vlak na de bevalling heeft je kindje namelijk een heel sterke zuigreflex. Ook stimuleert het aanleggen en het huid-op-huidcontact de melkproductie doordat er bij jou bepaalde hormonen worden aangemaakt.

Wanneer je zachtjes zijn wangetjes of mondje aanraakt, zul je zien dat je kindje zijn hoofdje meteen in de richting van de aanraking draait, zijn mondje opendoet en zuigbewegingen maakt, met kleine smakgeluidjes.

Het zuigen van je baby zorgt ervoor dat je borsten melk gaan maken. In je tepels zijn namelijk zenuwen aanwezig die, als ze door je kindje worden gestimuleerd, signalen doorgeven aan je hersenen om bepaalde hormonen aan te maken. Deze hormonen zorgen ervoor dat je melkklieren melk gaan maken en dat de spieren in je borsten zich gaan samentrekken om de melk naar buiten te stuwen. Dit heet toeschietreflex.

Je baby en jij kunnen de eerste dagen na de bevalling gebruiken om aan het voeden te wennen. De melkproductie in deze periode is namelijk nog niet optimaal. Gelukkig heeft je baby vlak na de bevalling ook nog niet zoveel voedsel nodig, omdat hij in de baarmoeder een reserve heeft aangelegd. Deze tijd is dan ook uitermate geschikt om de techniek van het voeden in de vingers te krijgen, zowel voor jou als voor je kindje.